Een voorbeeld van een angststoornis bij een meisje dat naar de middelbare school gaat:

Het meisje komt ’s ochtends uit bed en is bang voor alles wat er die dag gaat gebeuren. Het kind kleed zich aan en is bang dat een ander haar uit gaat lachen om  haar kleding. Het meisje kijkt in de spiegel en is bang dat een ander haar te dik vindt en haar gaat pesten. Het meisje gaat naar beneden om te ontbijten en wordt bang dat er iets in haar eten zit waar ze dik of ziek van wordt. Het meisje stapt op de fiets naar school en is bang dat er iemand achter haar aankomt, of erger nog, dat ze een ongeluk krijgt en sterft. Continu blijven die gedachten in haar hoofd, totdat ze eindelijk op school komt. Gelukkig, geen ongeluk gehad. Ze loopt de school binnen en is bang dat mensen haar nakijken en raar vinden, of dat er leraren zijn die op haar letten. De hele schooldag zit die gedachte in haar hoofd. Eindelijk gaat de bel. Ze loopt naar buiten, steeds achterom kijkend of ze wordt gevolgd. Als ze eenmaal op de fiets zit is de angst er weer om aangereden of ontvoerd te worden. Na een fietstocht die uren lijkt te duren is fietst ze de straat in waar ze woont. Ze hoort een sirene en ineens vliegt de angst bij haar binnen dat er iets gebeurt is met haar vader, moeder of broertje. Als ze thuis komt, ziet ze dat er niks aan de hand is. Maar de angst om iets te overkomen blijft. Haar moeder merkt het. ‘Wat ben je onrustig? En waarom eet je zo weinig?’ Het meisje zegt niks en verdwijnt naar haar kamer. Ze maakt haar huiswerk, maar als ze naar bed gaat is ze bang dat ze de volgende dag onvoldoendes haalt. Als ze eindelijk ‘rustig’ in bed ligt, schiet ze ineens overeind. Ze denkt aan haar oma, die 3 jaar terug in haar slaap is overleden aan een hartstilstand. Zou dat ook bij kinderen kunnen? Ze wordt gek van zichzelf! Ze moet naar de wc maar durft niet omdat ze bang is dat er een inbreker in het huis rondloopt. Ineens wordt ze woedend op zichzelf. Waar is ze mee bezig? De hele dag was ze onrustig, en zelfs haar moeder merkte het. Wat heeft ze? Ze denkt na en komt erachter dat ze bang was, en daardoor zo onrustig. Raar, want er is helemaal niks gebeurt. En hoe langer ze nadenkt, hoe raarder ze zichzelf vindt. Ze lijkt wel gek! En het raarste is dat ze bang is om bang te worden, zo bang dat ze gaat hyperventileren of flauwvalt. Wie heeft dat nou? Kom op, denkt ze, je bent niet goed bij je hoofd. Ga nu maar gewoon slapen, er gebeurt echt niks. Maar haar hoofd zit te vol van alle stress die er vandaag bij kwam en het lukt haar niet meer om in slaap te vallen. De volgende dag heeft ze wallen onder haar ogen. Ze houdt zichzelf voor om niet meer bang te zijn, maar betrapt zichzelf er toch weer heel vaak op dat ze onrustig is, of dat haar hart sneller gaat kloppen. Dit moet ophouden! Zo gaat het verder met dit meisje, van kwaad tot erger.

Dit voorbeeld lijkt misschien overdreven, maar dat is het niet. Het is de werkelijkheid. Dit is wat een angststoornis met je doet. Het kan zelfs nog erger zijn, soms leid het zelfs tot een zelfmoord(poging). Het meisje in dit voorbeeld is voor heel veel verschillende dingen bang, maar er zijn ook mensen met een angststoornis die steeds voor dezelfde dingen bang zijn, bijvoorbeeld dat ze de hele tijd bang zijn voor een bepaalde ziekte of een ongeluk. Een angststoornis is heel breed, er zijn een heleboel verschillende vormen van.